Agassi, wereldnummer 1, George W. Bush: de onvertelde anekdotes van Roddick
Andy Roddick herinnert zich, met emotie en humor, de dag waarop zijn idool Andre Agassi hem de grootste titel van zijn carrière schonk, voordat president George W. Bush er een onverwachte draai aan gaf.
In 2003 beleefde Andy Roddick het meest intense jaar van zijn carrière. De 22-jarige Amerikaan, vol vuur en vlam, staat op het punt de heilige graal te veroveren: de plaats van wereldnummer 1. In die tijd strijdt Roddick met Juan Carlos Ferrero en de jonge Roger Federer om de troon van het wereldtennis.
"Ik heb dat jaar meer dan 70 wedstrijden gewonnen. Ik heb niet veel rustweken genomen. Aan het einde was ik uitgeput, zowel fysiek als mentaal."
Het beslissende moment komt in Houston, tijdens de Masters-finales. Ferrero neemt het op tegen Andre Agassi. Als de Amerikaan wint, wordt Roddick gekroond tot wereldnummer 1.
"Ik herinner me dat ik de wedstrijd op mijn mobiele telefoon volgde, dat was vóór de streaming-apps. Toen ik het publiek hoorde ontploffen en begreep dat Agassi had gewonnen, wist ik dat het zover was: ik was nummer 1!"
Maar de volgende dag wordt Roddick, uitgeput, uit het toernooi geknikkerd. Maar de kroningsceremonie blijft onvergetelijk. De voormalige Amerikaanse president George W. Bush, een trouwe toeschouwer van het Houston-toernooi, kwam de trofee aan hem overhandigen.
"Hij schudde mijn hand en zei: 'Gefeliciteerd, moeilijke wedstrijd vandaag.' Ik antwoordde: 'Ja, ik was er niet echt met mijn hoofd bij.'" Vervolgens neemt de anekdote een even grappige als onwaarschijnlijke wending.
"Op de foto's staken we onze vinger omhoog om de nummer één-positie te illustreren. En op een moment leunde de president naar me toe en fluisterde: 'Na uw wedstrijd van vanmiddag wed ik dat u een andere vinger naar iedereen wilt opsteken, toch?' Ik barstte in lachen uit. Hij had dat zo bijzondere gevoel voor humor. Het is een herinnering die ik mijn hele leven zal bijblijven."